top of page

VRIJWILLIGERS IN BEELD

‘Deze dames werken vanuit hun hart’……..

 

zegt Ellen Lammersen (mantelzorgconsulent) spontaan. ‘Daarnaast zijn het dames met levenservaring en voelen ze mensen goed aan. Ik leer van ze.’
 

Deze dames zijn: Josje Spangenberg, Caroline Tak en Jannie Postma. Alle drie respijtvrijwilligers voor mantelzorgers bij de Stichting Welzijn Brummen (SWB).
 

Respijtvrijwilligers zijn er om mantelzorgers te ontlasten. ‘Wij geven de mantelzorgers, die druk zijn met zorgen voor of over een naaste, tijd en ruimte om iets voor zichzelf te doen. Daardoor krijgen ze meer lucht en energie om de thuissituatie weer aan te kunnen.’

Josje, Caroline en Jannie hebben een hele verschillende achtergrond. Zo heeft Josje ervaring in het werken in een hospice, Caroline een achtergrond in de zorg en Jannie in de financiële administratie. “Wij zijn er niet om de zorg over te nemen van de zorgvrager, daar zijn de professionals voor. Wij zijn er voor de mantelzorger’, wordt nog eens benadrukt. Wat ze gemeen hebben is, dat ze alle drie blij worden van het geven van aandacht aan een ander: ‘een mantelzorger, die zich verheugt op onze komst. Daar doen we het voor!’

 

De functie van respijtvrijwilliger is binnen de SWB gestart in 2020. ‘Wij zijn heel goed bij het voortraject betrokken’, zegt Josje. ‘We hebben samen met Ellen nagedacht over wat onze verantwoordelijkheden zijn. Zoals bijvoorbeeld: hoe gaan we om met valgevaar en medicatiegebruik?  Voor een deel gebruiken we ons gezond verstand, want zulke situaties komen ook in het dagelijks leven voor. Daarnaast hebben we telefoonnummers van de wijkverpleging en de mantelzorgers zelf, zodat we altijd kunnen overleggen.’ De SWB biedt de respijtvrijwilligers ook cursussen aan, zoals een cursus EHBO, omgaan met dementie en een weerbaarheidstraining. ‘Die volgen we omdat we het leuk vinden en als het nodig is.’

De start van een traject begint altijd met een gesprek met de zorgvrager, de mantelzorger en de mantelzorgconsulent om de hulpvraag vast te stellen en te bespreken wat eventuele risico’s zijn en hoe we hier mee omgaan. Het tweede gesprek wordt gevoerd met de respijtvrijwilliger erbij om te kijken of de klik er is. ‘Het vertrouwen moet er zijn. Dat geldt voor de mantelzorger, die met een gerust hart van huis moet kunnen gaan en ook voor de zorgvrager. Er komt toch weer een vreemde in huis. En wij moeten ons er ook thuis voelen.’

Op de vraag hoe ze de tijd doorbrengen met de zorgvrager antwoorden ze: ‘dat is heel verschillend. Het ligt er natuurlijk ook aan, wat de zorgvrager aan kan. Soms gaan we een stukje lopen, of we gaan naar een terrasje, een ijsje eten of we spelen een spelletje. De mensen willen vaak hun verhaal kwijt. Soms kan er niet zo veel en slaapt iemand en dan neem ik mijn breiwerk mee.’

Op de vraag wat het hen brengt, moeten ze even nadenken. ‘Het is fijn om iets voor iemand te betekenen. De zorgvrager krijgt vaak heel veel aandacht, maar wie is er voor de mantelzorger? Het geeft me een voldaan gevoel.’

De ervaring leert dat er ook nog wat drempels zijn om een respijtvrijwilliger in te schakelen. De mantelzorger heeft vaak wel behoefte aan wat meer vrije tijd, maar vindt het soms lastig om de zorg los te laten: het vertrouwen dat het goed gaat als je er zelf niet bij bent moet groeien. En soms wil de zorgvrager gewoon niet. Er is vaak al zoveel zorg in huis en het gaat toch goed? Het is lastig om dat patroon te doorbreken.

De wens van de dames is om meer respijtvrijwilligers te krijgen, zodat er meer mantelzorgers geholpen kunnen worden. Op de vraag wat zo’n vrijwilliger in huis moet hebben, antwoorden ze:  ‘inlevingsvermogen, aanpassingsvermogen, flexibel zijn en kunnen improviseren. Je kunt je eigen tijd indelen. De afspraken variëren van vaste tijden of op afspraak. En je moet zonder oordeel kunnen zijn en grenzen weten te stellen. Ik ben bijvoorbeeld geen huishoudelijke hulp, al vind ik het wel leuk om samen te koken. En dan doe ik heus ook wel de afwas, hoor!’

Na het interview gaan ze met z’n allen op pad voor een gezellige middag met een high tea. En dat hoort er ook bij!

Interview door Ans Venselaar, foto Chantal Besselink

A1 Vrijwilligers in beeld.jpg
bottom of page